Michael Freilich, Kamerlid voor N-VA:

"Het is goed dat dit historisch onderzoek er eindelijk is gekomen. Te lang werd te weinig aandacht besteed aan de rol van de Belgische spoorwegen in de deportaties tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit rapport brengt cruciale feiten aan het licht en herinnert ons eraan dat we lessen moeten trekken uit het verleden."

"Toch volstaat erkenning alleen niet. De overheid moet haar verantwoordelijkheid opnemen en concrete acties ondernemen, zoals ook het rapport voorstelt. Het pleit voor tastbare initiatieven, zoals educatieve en herdenkingsprojecten, en betere ondersteuning voor de nog levende slachtoffers."

Freilich pleit ervoor om het geld van de deportaties verbeurd te verklaren: "Het is bekend dat de nazi’s de Belgische spoorwegen betaalden voor de deportatie van 25.843  Joden en 351 Roma uit ons land naar concentratie- en vernietigingskampen. Dit bedrag – omgerekend naar vandaag zo’n 15 miljoen euro – zou, net als ander misdaadgeld, verbeurd moeten worden verklaard, dat zou tevens een belangrijk signaal vormen naar de overlevenden en de families van de slachtoffers. Die middelen kunnen dan worden ingezet in de strijd tegen racisme, antisemitisme en actuele bedreigingen tegen de Joodse gemeenschap. Zo zorgen we ervoor dat de lessen uit het verleden daadwerkelijk in beleid worden omgezet."


Conclusies van de Groep der Wijzen over de NMBS tijdens WOII

De voorstelling van het verslag De NMBS en de deportaties tijdens WOII gebeurde in de Commissie institutionele aangelegenheden van de Senaat op maandag 17 februari 2025.

De Groep van Wijzen heeft geconcludeerd dat het historisch onderzoek nieuwe feiten heeft blootgelegd over de betrokkenheid van België en de NMBS bij de deportaties tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het belang van kennis en bewustwording over deze periode kan niet genoeg benadrukt worden.

Daarnaast toont het onderzoek aan dat de lessen uit deze geschiedenis relevant blijven. Het gevaar van een sluipende ondermijning van democratie en rechtsstaat, zoals gebeurde via ogenschijnlijk kleine bureaucratische beslissingen, blijft een actuele waarschuwing. De medewerking van de NMBS aan de deportaties illustreert hoe instellingen onder ideologische druk moreel kunnen falen.

Ook de noodzaak van morele waakzaamheid wordt benadrukt. De ethische dilemma’s waarmee functionarissen en instellingen in oorlogstijd werden geconfronteerd, zijn niet louter historisch: ook vandaag vereist kritisch denken constante aandacht om de rechten en waardigheid van minderheden te beschermen.

De Groep roept op tot een breder engagement om antisemitisme, racisme en onverdraagzaamheid te bestrijden. Daarbij moeten niet alleen de federale overheid, maar ook andere bestuursniveaus en de privésector betrokken worden.

Aanbevelingen van de Groep der Wijzen

De aanbevelingen zijn gebundeld rond drie kernpijlers: Waarheid, Overdracht en Herstel. Daarnaast wordt een transversale aanbeveling geformuleerd om de coördinatie en evaluatie van initiatieven te verbeteren.

  1. Waarheid
    • De NMBS moet concrete acties ondernemen om de historische waarheid publiek bekend te maken, in samenwerking met experts en organisaties.
    • Samenwerking tussen initiatieven moet verbeterd worden om versnippering te voorkomen en kennisdeling te bevorderen.
    • De samenleving moet beter geïnformeerd worden over het concept van de “politiek van het minste kwaad” en de relevantie ervan vandaag.
  2. Overdracht
    • Er moeten educatieve initiatieven komen om de geschiedenis over te dragen aan jongeren en het brede publiek.
    • Leerkrachten moeten ondersteuning krijgen om weerstand en desinformatie in de klas te counteren.
    • Het War Heritage Institute (WHI) kan bijdragen met rondreizende tentoonstellingen en educatieve programma’s.
  3. Herstel
    • De NMBS moet niet alleen spijt betuigen, maar ook officiële excuses aanbieden voor haar rol in de deportaties.
    • Er moet gewerkt worden aan het verbeteren van het statuut van slachtoffers en initiatieven voor herdenking en sociale acties ten voordele van betrokken groepen.
    • De federale overheid moet openstaan voor initiatieven om materiële en morele schade te herstellen, zelfs 80 jaar na de feiten.
  4. Transversale aanbeveling
    • Er moet een inventarisatie komen van herdenkings- en educatieve initiatieven om overlap te vermijden en effectiviteit te vergroten.
    • Er moet een budget voorzien worden voor evaluaties en impactmetingen van deze initiatieven.
    • Een monitoringcomité moet opgericht worden om de uitvoering en impact van deze aanbevelingen te bewaken.
tekst uit rapport