
Volgens Freilich is het vertrek van Boutin een duidelijke motie van wantrouwen richting het bestuur. “De man heeft het bedrijf in de prak gereden, laat een kelderend aandeel achter en verlaat nu het zinkend schip alsof er niets aan de hand is. Dat er blijkbaar ook geen concurrentiebeding in zijn contract stond, bewijst nogmaals het erbarmelijke niveau van het management.”
Na de aanstelling van een nieuwe voorzitter voor de raad van bestuur, moet de volgende regering nu ook op zoek naar een nieuwe CEO. “Het land op orde zetten wordt zo alleen maar moeilijker”, besluit Freilich.