Naar aanleiding van de uitspraak in Frankrijk, die de moordenaar van Sarah Halimi ontoerekeningsvatbaar verklaarde, stelde Freilich een parlementaire vraag aan onze minister van Justitie, Vincent Van Quickenborne.
Korte achtergrondschets
Sarah Halimi, een gepensioneerde Franse arts en onderwijzeres werd in 2017 vermoord door haar buurman Kobili Traoré. Bijna een uur lang sloeg en schopte hij de vrouw, waarna hij haar van de derde verdieping uit het raam naar beneden gooide terwijl hij ‘Allah Akbar’ riep.
Hoewel tientallen getuigen hoorden hoe de man Sarah Halimi herhaaldelijk voor ‘duivelse Jodin’ uitschold en haar al jarenlang lastig viel, was er volgens het Franse gerecht geen sprake van antisemitisme. De man werd ontoerekeningsvatbaar verklaard omdat hij onder invloed was van drugs. De uitspraak leidde tot grote verontwaardiging en het Franse parlement stelde zelfs een speciale parlementaire commissie op om de zaak te onderzoeken.
België
Freilich stelde hierover een parlementaire vraag omdat hij er namelijk zeker van wilde zijn dat zoiets bij ons niet kon gebeuren en dat daders van zulke afgrijselijke moorden hun straf niet zouden ontlopen.
De minister van Justitie antwoordde via een schriftelijke reactie dat hij zich “bewust is van de gevoeligheid van de problematiek inzake de toerekeningsvatbaarheid” en dat hij daarom besloten heeft om een "multidisciplinaire experten-werkgroep" samen te roepen om zowel de interneringswet als de verminderde toerekeningsvatbaarheid in het strafwetboek te evalueren.
“Deze thematiek zal dus van naderbij worden onderzocht”, aldus de minister die er aan toevoegde: "en waar nodig zullen initiatieven worden voorgesteld".
Tevreden
Michael Freilich is tevreden met het antwoord van de minister en de stappen die ondernomen worden op zijn vraag. “Ik hoop dat de experten snel mogelijke lacunes in onze wetgeving zullen remediëren, zodat een zaak zoals in Frankrijk zich niet bij ons kan voordoen”, besluit hij.