Eerder deze week (op woensdag 10 maart ’21) ontmoette Freilich in dat kader de heer Wesley Rams, voorzitter van de Koninklijke Antwerpse Postzegelcentrale en nationaal penningmeester van de Vlaamse Bond van postzegelverzamelaars. Volgens Rams gaat het om een platte pestmaatregel op de kap van de getrouwe postzegelverzamelaar die duizenden euro’s investeerde in zijn collectie en die deze plotsklaps waardeloos zou zien worden.

Volgens de Belgische wet hebben postzegels trouwens een intrinsieke waarde. Zo is het ook strafrechtelijk verboden om postzegels na te maken bijvoorbeeld, net zoals bankbiljetten.

Michael Freilich: “Dit kunnen we niet laten passeren, toen de zegels werden uitgegeven was er geen houdbaarheidsdatum, je kan de regels dan ook niet ‘en cours de route’ gaan aanpassen. In 2017 verklaarde toenmalig bpost marketing directeur Baudouin Meunier nog stellig in de media dat alle postzegels, uitgegeven na oktober 1961, eeuwig geldig zouden blijven. En vorig jaar herhaalde toenmalig woordvoerster Barbara van Speybroeck die boodschap, doch met de nuance dat oude zegels als non-prior zouden worden geleverd. Daar nu op terugkomen is ‘not done’.”

Wesley Rams: “Als excuus verklaart de post dat het om oude zegels gaat die niet meer worden uitgegeven. En dan? Oude bankbiljetten van €500 en muntjes van 1 en 2 cent worden ook niet meer uitgegeven. Verliezen die dan plots hun waarde? Trouwens, de zegels hun waarde ontnemen zou ook ingaan tegen de regels van de Wereldpostunie (UPU) waar België lid van is”.

Ondertussen verklaarde minister Petra De Sutter (Groen) dat ze oor heeft naar de grieven van de filatelisten maar daar hebben de postzegelverzamelaars geen vertrouwen in. “Behalve enkele sussende woorden hebben wij geen enkel concreet engagement gekregen van de minister op dat vlak”.

Michael Freilich beloofde om het dossier van dichtbij op te volgen in het parlement, om op te komen voor de verzamelaars en om de CEO van bpost hierover te bevragen tijdens de volgende hoorzitting in de Kamer.