Hebt u het gevoel dat antisemitisme in België is toegenomen gedurende de voorbije vijf jaar?
Michael Freilich: “Dat gevoel heb ik zeker ja. Ten eerste hebben we de aanslag op het Joods museum van België gekend, gekoppeld aan de opmars van de radicale islam in Europa. Een ander element is de doorgedreven ontwikkeling van sociale media waardoor de drempel voor het spuien van Jodenhaat gevoelig werd verlaagd. En tot slot heb je de vaak lakse reacties van gerechtelijke instanties evenals de beperkte actiebereidheid van een instelling zoals Unia wat, mijns inziens, geleid heeft tot een gevoel van straffeloosheid."
Hoe veilig of onveilig voelt u zich als jood in België?
Michael Freilich: “Aangezien er zich toch regelmatig zowel kleinere als grotere incidenten voordoen, is het evident dat zowel mijn gezin als ikzelf ons niet altijd even veilig voelen. Men mag niet vergeten dat terreurniveau drie voor de joodse gemeenschap nog steeds van kracht is waardoor ook zwaarbewapende militairen bij ons op straat patrouilleren."
Hebt u enige cijfers inzake België?
Michael Freilich: “Er zijn uiteraard heel wat cijfers aanwezig die u zowel kan vinden bij organisaties zoals de “Fundamental Rights Agency” en “Unia”, er was ook een recente poll van CNN – en al die cijfers tonen een stijging van Jodenhaat. Maar de realiteit gebiedt me te zeggen dat dit enkel de “gerapporteerde” cijfers betreft. Dit is met andere woorden maar het topje van de ijsberg. Overigens ontbreekt het de Belgische politie en justitie nog steeds aan een duidelijke mogelijkheid om de gevallen van antisemitisme gedetailleerd in kaart te brengen. Een mogelijke oplossing hiervoor zou zijn dat parketten of politiediensten in hun processen-verbaal een duidelijke melding zouden maken wanneer antisemitisme in het spel is."
Wat doen Belgische joodse verenigingen?
Michael Freilich: “Heel wat joodse verenigingen doen hun best om de problematiek aan te kaarten bij de autoriteiten. Ook zij dringen vanzelfsprekend aan op het garanderen van de beveiliging van joodse scholen, synagogen enz. Er wordt uiteraard ook gevraagd dat slachtoffers van antisemitisme klacht indien. Dat is ook nodig aangezien ik van heel wat mensen verneem dat vooral “kleinere” incidenten, dewelke zich bijvoorbeeld beperken tot verbaal geweld, niet worden gemeld. Zo blijft dus een groot deel van de feiten onder de radar.”
Wat doen politici of kunnen ze doen om de situatie te verbeteren?
Michael Freilich: “Na mijn verkiezing werd ik door mijn partij aangesteld als “referentiepersoon” om de problematiek rond antisemitisme van nabij op te volgen in het federaal parlement. Ook in mijn nieuwe rol zal ik als politicus de vinger aan de pols houden, de bevoegde ministers aanspreken en indien nodig interpelleren. Ik zal uiteraard een aantal resoluties en/of wetsvoorstellen indienen: zo wil ik bijvoorbeeld dat er een online-meldpunt komt voor Jodenhaat en pleit ik voor het aanstellen van een nationale antisemitisme coördinator. Tot slot moet de overheid sterker inzetten op onderwijs en herinneringseducatie.”
Wat doet de joodse gemeenschap om zichzelf te beschermen?
Michael Freilich: “Binnen de Joodse gemeenschap bestaat er een goed georganiseerde interne ‘veiligheidsdienst’. Je kan dat best vergelijken met een soort “buurtinformatienetwerk” dat ook snel de politie kan verwittigen indien er iets gebeurt. Vanuit de gemeenschap wordt natuurlijk ook de focus gelegd op een aantal techno-preventieve veiligheidsmaatregelen. Zo werden recentelijk heel wat scholen en synagogen beveiligd met kogelwerende ramen en deuren. Dit was het resultaat van een participatieproject tussen de overheid en de Joodse gemeenschap onder voormalig minister Jambon (N-VA)”.
Hebben joden in België de indruk dat ze beschuldigd worden omwille van de Israëlische politiek.
Michael Freilich: “U legt inderdaad de vinger op de wonde. Kijk er vandaag de sociale media maar op na: het is schering en inslag! Wat ik ook vaststel is dat er een duidelijke piek van meldingen voorkomt bij spanningen in het Midden-Oosten. Een ander element: Ook een deel van de linkerzijde gaat niet vrijuit in het importeren van het Midden-Oostenconflict bij ons aangezien zij het de joodse gemeenschap expliciet kwalijk nemen dat ze niet distantiëren van Israël. Laat ik het daarom nogmaals herhalen: De joden in dit land zijn Belgische en geen Israëlische staatsburgers. Het staat hen wel vrij om een mening te hebben over het conflict en om hun sympathie te betuigen met Israël. Dat betekent natuurlijk niet dat ze om het hebben van die mening bekritiseerd of aangevallen moeten worden.”