De timing van de deal leek alvast ideaal. Vlak voor kerst, toen het parlement met reces was en de bevolking ofwel aan het inpakken was voor de wintervakantie of nog snel wat last-minute aankopen deed voor kerst. De artikels in de pers waren niet mals: De Tijd had het over ‘een miljoenenaankoop die vragen doet rijzen’. De krant vroeg zich af of het niet om een ‘dure miskoop’ ging? “De hoge prijs en de snelheid waarmee die miljoenentransacties werden afgerond, doen de wenkbrauwen fronsen”, schreef de krant op 24 december 2021. Volgens de Franstalige tegenhanger l’Echo, ontkurkten de verkopers van de gebouwen zelfs de champagneflessen.
Ook bij de meerderheidspartijen was er gemor. “Als lid van de meerderheid gaf ik mijn vertrouwen”, stelde voorzitter van de commissie Financiën Joris Vandenbroucke (Vooruit) in de krant, “maar ik vind die manier van werken niet voor herhaling vatbaar. Er was geen grondig debat.”
Christian Leysen (Open Vld) was minder diplomatisch. Ik citeer uit de bewuste commissie: “Ik herhaal wat ik gezegd heb. Ik ben bijzonder ongelukkig en dit is een stellingname ter persoonlijke titel. Ik wens niet aan de stemmingen deel te nemen, en indien u dan zegt dat ik moet buitengaan, zal ik dat ook doen.” Waarna Leysen kwaad de commissiezitting verliet. Ook tijdens de stemming in de plenaire bleef Leysen strategisch afwezig. Een grote blamage voor de liberale staatssecretaris Matthieu Michel die het dossier behandelde.
Doorgestoken kaart
In de vastgoedwereld spraken makelaars, verkopers en ontwikkelaars schande. “Dit is doorgestoken kaart, de overheid betaalde duidelijk te veel”, was overal de teneur. Schimmige vastgoeddeals met in de hoofdrol liberale ministers en de Regie der Gebouwen. Wie de voorgeschiedenis kent, weet dat ons land op dat vlak een niet al te fraai beeld heeft.
Genoeg stof voor mij om dit verhaal grondig uit te pluizen. Een vijftigtal parlementaire vragen verder, evenals verschillende dossier-opgravingen in het kader van de openbaarheid van bestuur, doorgenomen inspectieverslagen en gesprekken met zowel insiders als marktspecialisten. Na een viertal maanden is mijn conclusie klaar.
En die luidt: de overheid heeft het zichzelf, op een amateuristische manier, voornamelijk zelf bijzonder moeilijk gemaakt. De onervarenheid van de ministeriële hoofdrolspelers, de fouten in de communicatie, het gestotter in de antwoorden en de soms rare sprongen in deze affaire leggen dit allemaal pijnlijk bloot. En dat is bijzonder spijtig voor de Regie der Gebouwen die in moeilijke omstandigheden nochtans grondig werk verricht en zijn naam door het slijk zag gehaald worden.
Half miljard op een half uur
Want wat is de bottomline? De federale regering joeg een half miljard door het parlement op een luttel half uur. En dat in een dringend bijeengeroepen parlementaire commissie waarbij de parlementsleden voor een fait accomplit werden gezet. In dat tijdsbestek is het natuurlijk onmogelijk om een dossier grondig toe te lichten. Daarmee nodig je complottheorieën gewoon uit.
Eén van de belangrijkste vragen ging over de prijs die betaald werd. Daar ging de federale regering al snel de mist in door niet duidelijk te stellen dat ze het had over prijzen inclusief btw. Want in deze markt is het de gewoonte dat de vennootschap waarin het gebouw vervat zit, verkocht wordt. Dat betekent dus een verschil van 21 procent als dat, zoals hier, niet het geval is.
Andere cruciale informatie die achtergehouden werd voor de parlementairen waren de vergelijkingstabellen met prijzen van vastgoeddeals in dezelfde regio over de afgelopen twee jaar. Men had hiermee al snel kunnen aantonen dat de betaalde prijzen marktconform waren. Ook het voortraject, de zoektocht naar geschikte lokalen, de criteria waaraan moest voldaan worden en de behoefteplannen van de federale instellingen die er hun intrek zouden nemen, waren nergens te bespeuren. Had men hier vanaf dag één open kaart over gespeeld, dan had staatssecretaris Michel zich veel kritiek kunnen besparen.
Of wat dacht u van het geheim houden van de namen van de instellingen waarvoor de gebouwen zouden dienen? Waarom moesten die namen geheim blijven? Iedereen wist toch al waarover het ging en de pers berichtte er ook vanaf dag één over: namelijk de staatsveiligheid en het crisiscentrum. Uiteraard moet wat er binnenin gebeurt geclassificeerd blijven, maar het adres toch niet? Dat kan je vandaag trouwens doodleuk terugvinden op de websites van voornoemde instellingen. Ook dat voedde dus mee de verdachtmakingen.
Controletaak parlement
En waarom ik hiermee naar buiten kom als er geen fraude kan worden aangetoond? Ik doe niet graag aan afbraakpolitiek louter om het wantrouwen bij de burger te voeden. Het is de taak van het parlement om, naast wetten voor te stellen en te stemmen, de overheid te controleren, en van die taak heb ik me dan ook gekweten.
Hopelijk kunnen onze excellenties hier de nodige lessen uit trekken, want als het aankomt op communicatie en het aanbrengen van gevoelige dossiers in het parlement, is er nog veel werk aan de winkel. Verdachtmakingen in de pers en zelfs meerderheidscollega’s die beslissingen openlijk in twijfel trekken, daarmee berokkent men het politiek bestel pas schade aan.
En het ergste van allemaal? Dit was allemaal niet nodig geweest, als er maar correct gecommuniceerd zou zijn geweest.