Minister De Backer kondigde aan dat de federale overheid een corona-app voor alle burgers zou voorzien, maar communiceerde niets concreet. Tot hij de beslissing over een app enkele weken geleden bij de regio’s duwde. En op 23 april vond hij een corona-app geen must. Toch diende hij een wetsvoorstel in bij de Kamer om de uitrol van de app te regelen.
Samenwerkingsakkoord vereist
De Raad van State heeft bezwaren op het wetsvoorstel. Een wettelijk kader voor een contactopsporingsapplicatie voor coronabesmettingen kan er enkel komen via een samenwerkingsakkoord waarvoor parlementaire instemming nodig is op federaal niveau én in de deelstaten. Kamerlid Michael Freilich reageert teleurgesteld: “Initieel hebben wij, hoewel wij niet noodzakelijk voor een dergelijke app zijn, dit wetvoorstel mee ondertekend. Maar nu blijkt dat de Raad van State dergelijke opmerkingen heeft, moeten we dit toch herbekijken.”
Corona-app niet voor morgen
Freilich hekelt de werkwijze rond de corona-app. “Eerst ging De Backer de app regelen, toen dat niet evident bleek, moesten de deelstaten het doen en nu een maand later wil De Backer toch de app uitrollen, maar is het wettelijk kader niet in orde. In sommige buurlanden wordt er binnenkort een app uitgerold, maar hier staan we ondertussen nergens.”