U heeft nog geen toestemming gegeven om noodzakelijke cookies te plaatsen. Accepteer de nodige cookies om deze content te zien.
Om te beginnen dit: Ik sta met volle overtuiging achter de visie van mijn partij over neutraliteit voor ambtenaren aan het loket: kenmerken die deze neutraliteit in het gedrang brengen, op politiek, sportief, levensbeschouwelijk of ander vlak, zijn niet toegestaan. Deze regel geldt voor alle ambtenaren en bijgevolg zal ook wie een keppel draagt die moeten afzetten. Ik verzet mij dan ook tegen de stelling als zou de N-VA met twee maten en twee gewichten werken. Wie dat beweert slaat bewust of onbewust de dingen door elkaar.
Een ambtenaar werkt voor de overheid en dan mag je ook verwachten dat de persoon die met de burger in contact staat een neutrale dienstverlening garandeert, ongeacht zijn of haar persoonlijke voorkeuren. Ook een neutrale dresscode hoort daarbij.
N-VA pin
Verkozenen des volks, of ze nu zetelen in een parlement of in een gemeenteraad, vallen daar uiteraard niet onder. Toen ik lid werd van mijn partij kreeg ik een N-VA pin opgespeld door Jan Jambon. Ik draag die met trots (afwisselend met een gouden Vlaamse Leeuw, het symbool van de Vlaamse Beweging) tijdens de meeste van mijn publieke bijeenkomsten én in het parlement. Net zoals collega’s van andere partijen ook wel tekens dragen die verwijzen naar hun partij en ideologie. Van neutraliteit is hier geen sprake.
Natuurlijk bestaat er wel een onderscheid tussen een ‘verkozen’ en een ‘uitvoerend’ mandaat. Voor een minister, schepen of burgemeester is het uiteraard totaal not done om de neutraliteit in het gedrang te brengen.
Scheiding van kerk en staat: vanzelfsprekend! Scheiding van kerk en volk: daar pas ik voor.
Een volksvertegenwoordiger, zoals de naam het zegt, vertegenwoordigt niet de overheid, maar het volk. Onze partij is daar altijd consequent in geweest. Ook in 2013 toen in Boom even sprake was van een ‘dresscode voor gemeenteraadsleden’ stelde N-VA voorzitter Bart De Wever duidelijk dat zoiets ongrondwettelijk was.
Vrijwillige keuze
Het is een persoonlijke, vrijwillige keuze van mij geweest om tijdens mijn parlementair werk géén keppel te dragen
Het is een persoonlijke, vrijwillige keuze van mij geweest om tijdens mijn parlementair werk géén keppel te dragen. Dit werd me nooit opgelegd of verplicht. Met deze beslissing wilde ik benadrukken dat ik mijn wetgevend werk, in de plenaire vergadering en in de commissies, uitvoer voor alle Vlamingen en niet louter ten dienste van één gemeenschap, mocht daar enige twijfel over bestaan.
Principes zoals gelijkwaardigheid van man en vrouw, scheiding tussen kerk en staat, respect voor individuele keuzes en de verdediging van de waarden van de verlichting draag ik als democraat uiteraard hoog in het vaandel. Dat staat los van mijn geloof.
Enkele weken geleden kwam Sinterklaas (met mijter en kruis) op bezoek tijdens onze wekelijkse fractievergadering. Natuurlijk was dit ludiek bedoeld en niemand zag dit als de voorbode van het opgeven van de ‘verlichtingswaarden’ binnen onze fractie. Het is een onderdeel van onze Vlaamse cultuur en traditie, net zoals Chanoeka, waaraan ook seculiere Joden deelnemen, dat is binnen het Jodendom.
Secularisme en neutraliteit
N-VA gemeenteraadslid Pinar Akbas lanceerde op twitter een stelling waar ik het niet mee eens ben. Ze schreef ook op Doorbraak.be: ‘Secularisme is absoluut of niet.’ Ze haalt hier twee dingen door elkaar. Het neutraliteitsdebat heeft immers niets te maken met secularisme. Vorige zomer nog, werd de regenboogpin geweerd aan het loket in Antwerpen vanuit die ‘neutraliteitsgedachte’. Een maatregel die door alle coalitiepartners werd gedragen.
Het secularisme is noch in onze samenleving, noch in onze partij ‘absoluut’
Het secularisme is noch in onze samenleving, noch in onze partij ‘absoluut’ – en dat is bij mijn weten ook nooit het geval geweest. Zo heeft de N-VA steeds gesteld dat het dragen van religieuze symbolen ‘een individuele keuze is die we respecteren maar ‘waar geen collectieve rechten uit mogen worden geput’. Of zoals N-VA fractieleider Peter De Roover het omschreef: ‘We zijn geen religieuze partij, maar ook geen anti-religieuze partij.’
Het is niet omdat je als overheid strikt georganiseerd bent op seculiere wijze, dat je als individuele politicus niet het recht zou hebben om aan religieuze activiteiten deel te nemen en daarover te communiceren op sociale media zoals het dopen van je kind, deelnemen aan een processie of bijwonen van een eucharistieviering. Of zoals Bart De Wever het omschreef, God zit niet mee aan het stuur van onze samenleving, maar kan wel nog mee op de achterbank.
Naast het aspect geloof hebben veel van onze tradities ook culturele en historische betekenissen. Ik pas dan ook om onder het mom van een ‘absoluut secularisme’ deze waarden te verloochenen. Ik vind net dat we ons cultureel en religieus erfgoed moeten blijven koesteren. Maar uiteraard respecteer ik evenzeer de mensen die hier geen waarde aan hechten.
Dan heb je ook het aspect moraalfilosofie dat gegroeid is uit geloof. In een interview met Luk Alloo vlak voor de verkiezingen verklaarde De Wever dat de waarden die het christendom aan de westerse cultuur heeft meegegeven belangrijk zijn voor hem: ‘Ik koester die ook. Dat is onze moraalfilosofie. Als je die overboord smijt, moet je toch een beetje opletten: want wat komt er dan in de plaats?’
Secularisme absoluut?
Militante atheïsten willen maar al te graag elke vorm of uiting van geloof bannen uit de gehele samenleving
Als het secularisme absoluut zou zijn, dan zouden we niet alleen van loketbedienden maar ook van de ambtenaren achter de schermen totale neutraliteit moeten eisen. Als het secularisme absoluut is dan moeten we dat ook afdwingen voor alle bezoekers op publieke plaatsen zoals in parken, op het openbaar vervoer en in ziekenhuizen… want die worden grotendeels gefinancierd door de overheid. Als het secularisme absoluut is dan moeten alle christelijk geïnspireerde feestdagen op de schop. Onschuldig is die gedachtegang allerminst. Militante atheïsten willen maar al te graag elke vorm of uiting van geloof bannen uit de gehele samenleving.
Kandelaar
Nu even terug naar waar het allemaal begon, met de kandelaar voor Chanoeka. ‘Onbekend maakt onbemind’, luidt een welbekend Vlaams gezegde. Op welke betere wijze dan met een ludieke kerstboodschap zou ik één aspect uit de Joodse cultuur bredere bekendheid kunnen geven, dacht ik.
Maar als je een video moet gaan duiden, dan is de opzet duidelijk niet geslaagd. Misschien had ik duidelijker moeten maken dat ik geen religieuze handeling uitvoerde door die kaarsen aan te steken en had ik expliciet moeten melden dat de boodschap was opgenomen in een privélokaal en niet in een openbare ruimte van de Kamer. Misschien had ik beter moeten uitleggen dat de kandelaar niet alleen een religieus symbool maar vooral ook een cultureel icoon is. Misschien had ik helderder moeten zeggen dat ik gewoon broederlijk een joodse kandelaar kwam neerzetten naast de Vlaamse kerstboom, aangezien die twee tradities samenlopen.
Conclusie
Ik heb ondertussen begrepen dat de relatie ‘overheid-religie’ een bijzonder gevoelig item is, ook binnen onze partij
Ik ging ervan uit dat als een kerstboom met kerststal in ons fractielokaal geen probleem vormen, en als de Sint op bezoek kan komen op de fractie, ook niemand aanstoot zou nemen aan de kandelaar. Ik heb ondertussen begrepen dat de relatie ‘overheid-religie’ een bijzonder gevoelig item is, ook binnen onze partij, waar je verschillende stromingen hebt. Ik zal in de toekomst dan ook de nodige zorgvuldigheid aan de dag leggen, en in overleg met de partij, de nodige duiding en omkadering voorzien in dergelijke communicatie.
Tot slot wil ik toch ook even aanhalen dat er heel wat positieve opmerkingen waren op sociale media, en die kwamen zeker niet alleen uit religieuze hoek.